Wat is condensatietechniek?

Verwarmingssystemen met condensatietechnologie maken bijna volledig gebruik van de energie-inhoud in de uitlaatgassen van pellets. Dit extra rendement van ongeveer 15% is tegelijkertijd de energiebesparing en de financiële besparing die mogelijk is met de condensatietechnologie.

De condensatietechnologie reinigt de rookgassen ook op een heel natuurlijke manier, zodat de uitstoot ver onder de wettelijke limieten blijft. Pelletketels met condensatietechnologie verminderen de fijnstofuitstoot met 40-50% in vergelijking met standaardketels zonder condensatietechnologie. Moderne pelletketels kunnen dus op geen enkele manier vergeleken worden met oude houtketels op het vlak van uitstoot. Een condensatieketel helpt dus niet alleen om de energiekosten te verlagen, maar ook om het milieu te beschermen.

Door hun hoge rendement en lage uitstoot geven condensatieketels op pellets ook recht op interessante overheidssubsidies.

Voorwaarden voor de installatie van een condensatieketel:

• een corrosiebestendig rookgaskanaal (roestvrij staal of keramiek)
• retourtemperaturen van max. 40 °C – afhankelijk van verwarmingssystemen met lage temperaturen zoals vloerverwarming of wandverwarming (technisch niet noodzakelijk, maar voor het behalen van een hoger rendement)
• een ketel heeft een kanaalaansluiting nodig voor condensaatafvoer

De condensatietechnologie werkt bij een condensatieketel. De condensatiewaarde (vroeger ook "bovenstookwaarde" genoemd) geeft de thermische energie van een brandstof aan die vrijkomt tijdens de verbranding en de daaropvolgende afkoeling van de verbrandingsgassen tot 25°C en de condensatie ervan. Deze moet worden onderscheiden van de calorische waarde (vroeger ook “onderstookwaarde" genoemd). Deze laatste verschilt doordat de energie die vrijkomt bij het opnieuw condenseren van waterdamp wordt meegerekend (condensatiewaarde = calorische waarde + condensatiewarmte). Afhankelijk van de keteltechnologie is de calorische waarde of de condensatiewaarde van een brandstof dus relevant. De energie-inhoud van een brandstof is belangrijk omdat deze de opslagvereisten van een brandstof beïnvloedt. De energie-inhoud is ook nodig om de brandstofbehoefte te berekenen. De condensatiewaarde wordt uitgedrukt in kilowattuur per kilogram (kWh/kg).

Het rendement beschrijft hoeveel van de geleverde energie daadwerkelijk wordt gebruikt. Er wordt rekening gehouden met het rendement om de efficiëntie van een warmteopwekker (maar ook van andere technische apparatuur) te berekenen. Het beschrijft de verhouding tussen de geleverde energie en de bruikbare energie.

Een goed voorbeeld van een lage efficiëntie met een slecht rendement is een oude gloeilamp. Deze zet ongeveer 5% van de geleverde energie (elektriciteit) om in licht en 95% in warmte, wat in dit geval - omdat een gloeilamp wordt verondersteld te dienen als verlichting (= gebruik) - wordt beschouwd als een verlies.

ÖkoFEN pelletketels behalen veel betere waarden bij het omzetten van houtpellets in warmte. Standaardketels zonder condensatietechnologie hebben een rendement tot 98%.

Meer dan 100% lijkt onmogelijk, maar doorgaans werd de calorische waarde gebruikt als uitgangspunt voor het berekenen van het rendement, wat tegenwoordig nog steeds als norm wordt beschouwd. Pas na de ontwikkeling van de condensatietechnologie en de publicatie van rendementen van meer dan 100% werd deze fout opgemerkt. Als de condensatiewaarde van de brandstof wordt gebruikt als referentiewaarde in de rendementsberekening, worden rendementen boven de 100% natuurlijk uitgesloten.

De kosten voor een pelletverwarmingssysteem met condensatietechnologie liggen eenmalig 1.500 tot 2.500 euro hoger, maar deze technologie bespaart echter tot 15% brandstof per jaar en verlaagt de verwarmingskosten aanzienlijk. Als bijvoorbeeld 6 ton houtpellets wordt verbruikt, kan jaarlijks tot 900 kg per jaar worden bespaard. Daarnaast kunnen door deze schone technologie de kosten voor de schoorsteenveger tot 50 euro dalen.

Alles bij elkaar bespaart men enkele honderden euro's per jaar. En de bijdrage aan een duurzamere toekomst is er vanaf de eerste dag.

Meer over de condensatietechnologie

Bij de condensatietechnologie wordt ook de restwarmte in de uitlaatgassen gebruikt. Er wordt dus extra warmte gewonnen - die wordt naar het verwarmingssysteem geleid en zo opnieuw gebruikt.  Hierdoor wordt energie bespaard en zijn er ongeveer 10-15% minder pellets nodig (in vergelijking met gewone ketels).

Wanneer pellets worden verbrand, wordt er waterdamp in de vorm van rookgassen geproduceerd. Normaal ontsnapt dit ongebruikt via de schoorsteen. De condensatietechnologie daarentegen gebruikt die rookgassen: De waterdamp wordt afgekoeld tot onder de condensatietemperatuur. Het vloeibare condensaat dat wordt geproduceerd, geeft veel warmte af tijdens de omvorming - extra warmte die wordt geleverd en opnieuw wordt gebruikt.

Zowel de calorische waarde als de condensatiewaarde geven de energie-inhoud van een brandstof aan. Dit is belangrijk voor het bepalen van de opslagvereisten van een brandstof: Hoe hoger de energie-inhoud van een bepaalde brandstof, hoe minder opslagruimte er nodig is.

Of de condensatiewaarde (vroeger ook "bovenstookwaarde" genoemd) of de calorische waarde (vroeger ook "onderstookwaarde" genoemd) wordt gebruikt, hangt af van de keteltechnologie. Bij condensatieketels wordt, zoals de naam al aangeeft, de condensatiewaarde gebruikt. Deze wordt uitgedrukt in kilowattuur per kilogram (kWh/kg).

De voordelen van een condensatieketel zijn onder andere dat hij een hoger rendement haalt door de extra warmtewinst en dat er daardoor 10-15% minder houtpellets nodig zijn (in vergelijking met klassieke toestellen). Bovendien worden de rookgassen extra gereinigd.

Het rookgaskanaal moet in ieder geval geschikt zijn voor de waterdamp van de rookgassen. In de regel wordt een geschikt rookgaskanaal uit kunststof gebruikt. Deze wordt in het vaak bestaande schoorsteenkanaal van het oude verwarmingstoestel aangebracht.