Mogelijkheden voor pelletopslag
De jaarvoorraad houtpellets van een eengezinswoning beslaat slechts een oppervlak van ongeveer 4 m². Naast de ruimtebesparing biedt de opslag van de kleine pellets echter nog veel meer voordelen:
Textielsilo
De textielsilo is eenvoudig en snel te monteren, voordelig in prijs en bovendien stofdicht. Het weefsel is echter wel luchtdoorlatend, waarmee de textielsilo een ideale opslagmogelijkheid voor pellets biedt. Als de textielsilo tegen zon en regen wordt beschermd, kan hij zelfs buitenshuis worden opgesteld. Innovatieve textielsilo's hebben bovendien 60 procent meer opslagcapaciteit bij eenzelfde ruimtebeslag.
De levering van pellets vindt plaats per tankwagen, van waaruit de pellets door luchtdruk in de opslagruimte of tank worden geblazen. In tegenstelling tot olie veroorzaken pellets daarbij geen geurbelasting en worden schoon en vertrouwd comfortabel opgeslagen.
Pellet-opslagruimte
Bij een zelfstandige pelletopslagruimte moet deze altijd over een gladde schuine bodem onder een hoek van ten minste 45 graden beschikken. Als er geen schuine bodem aanwezig is, de hoek te klein is of het oppervlak te ruw, ontstaat onderin een ophoping van pellets. Niet alleen de kwaliteit van de pellets speelt hierbij een rol; ook de uitvoering en vormgeving van de opslagruimte zijn van belang. De wanden, de vloer en het plafond van de opslagruimte moeten volkomen droog zijn, aangezien de houtpellets anders kunnen opzwellen en uiteenvallen.
1. Opslagruimte met vacuümaanzuigsysteem
De pelletopslag en het verwarmingssysteem liggen op maximaal 20 meter afstand.
2. De locatie van de pelletopslag en de stookruimte
De pellets worden geleverd door tankwagens en in de opslagruimte geblazen. De tankwagens hebben een pompslang met een maximale lengte van 30 meter. De pelletopslagruimte (of de vulkoppelingen) moet daarom maximaal 30 m verwijderd zijn van de toegangsweg naar het huis. Indien mogelijk moet de pelletopslagruimte aan een buitenmuur grenzen, aangezien de vulmonden van buitenaf toegankelijk moeten zijn. Als de opslagruimte zich binnen bevindt, moeten de injectie- en afvoerluchtleidingen naar de buitenmuur geleid worden. (Let op - neem de brandbeveiligingsvoorschriften in acht!)
De stookruimte moet ook grenzen aan een buitenmuur, omdat dit directe ventilatie van de stookruimte mogelijk maakt. Als de stookruimte zich binnen bevindt, moet een ventilatiepijp (minstens 200 cm²) naar de buitenmuur worden geleid.
Let op:
Opslagruimtes moeten altijd "droog" zijn. Vocht zorgt ervoor dat de pellets opzwellen en kapot gaan.
In vochtige ruimtes raden we aan om onze >> Flexilo textielsilo te gebruiken.
Elektrische installatie
Er mogen geen lichtschakelaars, stopcontacten, gloeilampen of aansluitdozen enz. aanwezig zijn in de pelletopslagruimte.
De grootte van de opslagruimte voor pellets:
In principe moet de opslagruimte voor pellets een rechthoekige vorm hebben: bv: 2 m x 3 m of 1,8 m x 3,2 m enz. Hoe smaller de ruimte, hoe minder "lege ruimte" er overblijft. De grootte van de benodigde opslagruimte hangt af van de verwarmingsbelasting van het gebouw. Als rekening wordt gehouden met het onbruikbare volume van de ruimte, geldt de volgende vuistregel voor het opslaan van de volledige jaarlijkse behoefte:
per 1 kW verwarmingsbelasting = 0,7 m³ opslagruimte (incl. lege ruimte)
Ventilatie:
Elke pelletopslagruimte moet geventileerd worden. De ventilatieopeningen moeten zo worden ontworpen dat ze niet rechtstreeks uitkomen onder ramen of luchttoevoeropeningen. Ventilatie kan worden voorzien via geventileerde vulkoppelingen of aparte ventilatieopeningen.
Omsluitende wanden:
De omhullende muren moeten bestand zijn tegen de statische vereisten van de gewichtsbelasting van de houtpellets (bulkgewicht ongeveer 650 kg/m³). De wanden van de opslagruimte en hun verankering in het omringende metselwerk moeten correct en vakkundig worden uitgevoerd volgens de regels van de techniek. Plafonds en muren moeten zo worden ontworpen dat de houtpellets niet worden verontreinigd door schuren of loskomen.
Brandbeveiliging:
Volgens de stookvoorschriften van de federale staten gelden in de meeste staten brandbeveiligingsvoorschriften voor opslaghoeveelheden van meer dan 10 m³ (ongeveer 6,5 ton) en voor pelletketels met een vermogen van 50 kW of meer. Voor informatie over brandbeveiligingsvoorschriften kunt u >> contact opnemen met uw ÖkoFEN-adviseur.
Deuren:
Ze moeten naar buiten openen en voorzien zijn van een afdichting. Houten planken of staanders moeten aan de binnenkant van de deuropening van de pelletopslagruimte worden aangebracht om te voorkomen dat de pellets tegen de deur drukken.
Schuine vloer:
Om ervoor te zorgen dat de pelletopslagruimte bijna volledig leeg is, raden we aan een schuine tussenvloer in de opslagruimte te installeren. ÖkoFEN biedt geschikte hoekbeugels voor de onderconstructie, die het veel gemakkelijker maken om de tussenvloer te maken.
Vulkoppelingen:
De pellets worden rechtstreeks in de opslagruimte geblazen en de uitlaatlucht wordt afgezogen. Hiervoor zijn twee "vulkoppelingen" met afsluitdoppen nodig. (1 x inblazen + 1 x afzuigen)
Deze koppelingen, samen met een eventuele verlengbuis of buisbocht en afsluitdop en aardklem, zijn bij ÖkoFEN verkrijgbaar als kant-en-klare set, die samen met het verwarmingssysteem wordt geleverd. Een muuropening met een diameter van 125 tot 150 mm moet ter plaatse worden gemaakt. Hiervoor kan het beste een PVC-buis met een diameter van 125 tot 150 mm worden gebruikt, die wordt ingemetseld of in beton wordt gegoten. De vulkoppeling wordt dan in de voorbereide muuropening geschuimd met behulp van goed schuim tijdens de installatie van het verwarmingssysteem. De vulkoppelingen moeten worden aangesloten op het metselwerk (aarding).
Met lichtkoker
Zonder lichtkoker
